Rosé wijn

[wcpf_filters id="484"]

Showing all 2 results

Rosé wijnen 

Rosé wijn is natuurlijk niet voor niets zo populair voor wanneer het wat warmer wordt.  Het is voor dit moment van het jaar de ideale drank. Waarom? Het is eigenlijk heel simpel….We gaan lekker buiten eten, we zitten op het strand wat te knabbelen en te borrelen, en vaak gaat de barbecue erbij aan. Neem je dan een witte wijn? Mmm, nee, dat is vaak wat te slapjes en weegt niet op tegen het eten wat geserveerd wordt. En rode wijn, nee ook niet, want dat wordt te warm, te log en te intens. De oplossing: Rosé. Heerlijk om te koelen en te verfrissen en net genoeg smaak om bij het gerecht te passen. Eigenlijk the best of both worlds op zo’n moment. Je hebt in allerlei soorten en smaken bij Wijnen.nl. Voor iedereen en voor elk moment wat wils.  

Waar komt rosé nou vandaan?  

Roséwijnen werden voor het eerst populair aan het einde van de 18e eeuw toen Franse wijnen die in Engeland werden geïmporteerd, “Claret” werden genoemd (komt van het Franse “Clair” ofwel doorzichtig) om hun lichtrode kleur te beschrijven. Tegenwoordig kun je roséwijnen van alle stijlen (zoet of droog) vinden, gemaakt van veel verschillende druiven van Cabernet Sauvignon tot Zinfandel. 

Wat is de beste rosé?  

Dat is natuurlijk niet te zeggen. Is ook eigenlijk niet belangrijk, aangezien er voor zoveel smaken ook zoveel rosé’s zijn. Van heel fruitig en soms lichtzoet tot juist weer heel droog en met complexe smaken als citrusfruit, en mediterrane kruidigheid. 

Probeer in plaats van een hele fruitige een meer droge Rosé om de subtiele elegante smaken te proeven. Enkele van de meest klassieke versies van droge rosé komen uit Zuid-Frankrijk in de Provence en de regio Pays d’Oc. De variëteiten die worden gebruikt om deze wijnen te maken, zijn onder meer Grenache, Syrah, Carignan en Mourvèdre – allemaal rode wijnvariëteiten! Omdat rosé overal wordt gemaakt, kun je het misschien beter vasthouden aan een gemaakt met een of meer van de bovengenoemde variëteiten om een klassieke rosé te ervaren. 

Op welke temperatuur schenk je rosé?  

Het lekkerst is natuurlijk om hem te koelen tot 8-10 graden. Niet koeler. Zo komen de frisse smaken lekker naar voren. Maar vaak is het ook interessant om daarna de temperatuur even te laten stijgen. Je merkt dan dat de wijn een andere structuur krijgt en dat er ook andere aroma’s naar voren komen. Echter schenk de rosé niet op kamertemperatuur. Dan zul je merken dat de alcohol al snel naar voren komt en de wijn zijn frisheid verliest en dat de alcohol de fragiele balans verstoort.  

Hoe wordt rosé nu gemaakt?  

Rosé is een echte “wijnmakers” wijn omdat hij wordt gemaakt door de most slechts korte tijd te laten “macereren” met de schil van rode wijndruiven. Dit dient dan ook nauwkeurig plaats te vinden. Er zijn drie belangrijke manieren om roséwijn te produceren: huidcontact, saignée en blenden. Roséwijnen kunnen stil,of mousserend worden gemaakt en met een breed scala aan zoetheidsniveaus, van zeer droge Provençaalse rosé, Kleurrijke Chiaretto’s uit Italië tot zoete bijna witte Zinfandels uit de USA.   

 Is lichte rosé beter of lekkerder dan donkere róse?  

Een grote misvatting is de gedachte dat donkere rosé zoet is en de lichte rosé droog. De kleur van de wijn heeft echter niets te maken met de zoetheid. Het enige wat de kleur over de rosé zegt, is hoe lang de druivenschillen zijn ingeweekt bij het maken van de wijn. That’s all! Dus laat je niks wijsmaken.  

Roséwijnen worden gemaakt van een grote verscheidenheid aan druiven en zijn over de hele wereld te vinden. Wanneer roséwijn het primaire product is, wordt deze geproduceerd met de huidcontactmethode. Druiven met een blauwe schil worden gekneusd en de schillen mogen gedurende een korte periode, meestal twee tot twintig uur, in contact blijven met het sap.  De druivenmost wordt vervolgens geperst en de schillen worden weggegooid, in plaats van in contact te blijven tijdens de fermentatie (zoals bij het maken van rode wijn). Hoe langer de schillen in contact blijven met het sap, hoe intenser de kleur van de uiteindelijke wijn.  

Wanneer een wijnmaker rode wijn meer tannine en kleur wil geven, kan een deel van het roze sap uit de most in een vroeg stadium worden verwijderd in de zogenaamde Saignée-methode (van het Franse bloeden). De rode wijn die in de vaten achterblijft, wordt door het bloeden geïntensiveerd, omdat het sapvolume in de most wordt verminderd en de most die bij de maceratie betrokken is, geconcentreerder wordt. Het roze sap dat wordt verwijderd, kan afzonderlijk worden gefermenteerd om rosé te produceren. 

Het eenvoudig mengen van rode wijn met witte wijn om kleur te geven is ongebruikelijk en wordt in de meeste wijnbouwgebieden afgeraden, vooral in Frankrijk, waar het bij wet verboden is, behalve in champagne. Zelfs in de Champagne gebruiken verschillende topproducenten deze methode niet, maar de saignée-methode.